Valkuilen bij oogtesten van kinderen

  • Ongeschikte testomgeving: Testen in een ruimte met slechte verlichting of afleidingen kan leiden tot onnauwkeurige resultaten.
  • Onjuiste testafstand: Het niet aanhouden van de juiste testafstand kan de resultaten vertekenen en leiden tot fout-positieve of fout-negatieve uitkomsten.
  • Onjuiste keuze van Visuskaart: Het gebruik van een Visuskaart die niet leeftijdsgebonden is of onbekende symbolen bevat, kan leiden tot onbetrouwbare uitkomsten.
  • Gebrek aan medewerking: Kinderen begrijpen mogelijk niet volledig het testproces of werken niet mee, wat kan leiden tot onnauwkeurige metingen.
  • Het niet corrigeren voor refractiefouten: Het niet rekening houden met refractiefouten zoals bijziendheid of verziendheid kan leiden tot een verkeerde diagnose of onderschatting van de ernst van het gezichtsvermogen.
  • Onvoldoende testen van elk oog afzonderlijk: Het afzonderlijk screenen van elk oog is essentieel om unilaterale gezichtsproblemen te identificeren die anders onopgemerkt zouden blijven.
  • Te veel vertrouwen op alleen screeningsresultaten: Screeningsresultaten moeten altijd worden opgevolgd door een uitgebreide oogonderzoek door een oogzorgprofessional om de resultaten te bevestigen en eventuele onderliggende problemen op te sporen.

Twee op de drie kinderen met slecht zicht worden niet gedetecteerd tijdens routinetesten met de Deense Visuskaart uit 1934.

Veel jonge kinderen hebben gezichtsproblemen en zouden een bril moeten dragen, maar deze problemen worden niet gedetecteerd tijdens de tests, aldus *Politiken*. Peuters en kleuters worden jaarlijks door een arts gecontroleerd op hun gezichtsvermogen, terwijl schoolgaande kinderen door een gezondheidsverpleegkundige worden getest. Toch worden veel kinderen met slecht zicht niet opgemerkt, zoals blijkt uit een onderzoek onder bijna 500 kinderen in de leeftijd van vier tot zeven jaar.

Een belangrijke oorzaak is dat de meest gebruikte Visuskaart in Denemarken, de Østerberg-kaart uit 1934, niet effectief genoeg is, aldus Lisbeth Sandfeld, een senior arts bij de oogafdeling van het Roskilde Ziekenhuis. De Østerberg-kaart, met een zwaan bovenaan, wordt niet meer gebruikt in andere landen. Bij correct gebruik detecteert het slechts de helft van de kinderen met gezichtsproblemen, maar bij routinetesten wordt slechts één op de drie kinderen opgespoord.

Een nieuwere kaart, gebaseerd op het LogMAR-principe, daarentegen, kan 85 procent van de kinderen met gezichtsproblemen detecteren. Deze kaart gebruikt lijnafbeeldingen in plaats van opgevulde symbolen, waardoor het voor kinderen met verziendheid makkelijker wordt om onderscheid te maken.

Slecht zicht kan leiden tot concentratieproblemen en leeruitdagingen. De voorzitter van de gezondheidsverpleegkundigen, Susanne Rank Lücke, roept gemeenten op om de Østerberg-kaart te vervangen. De Deense Gezondheidsautoriteit is van plan de richtlijnen te wijzigen en beveelt nu al LogMAR-kaarten aan bij gemeenten.